Al ver over de helft - Reisverslag uit Addis Abeba, Ethiopië van Marian en Henk Lamers - WaarBenJij.nu Al ver over de helft - Reisverslag uit Addis Abeba, Ethiopië van Marian en Henk Lamers - WaarBenJij.nu

Al ver over de helft

Door: Marian

Blijf op de hoogte en volg Marian en Henk

02 Februari 2012 | Ethiopië, Addis Abeba

Dag 10, 22 januari Yir Galem
Al ver over de helft

Opnieuw loopt de wekker vroeg af. We vertrekken vanmiddag naar het vliegveld voor de terugvlucht naar Addis. Maar eerst gaan we per boot het Tanameer op om een paar kloosters te bezoeken. Wachtend op de boot genieten van alle vogels die in de tuinen rond de huisjes zitten, de ene nog mooier gekleurd dan de ander. Een grote grijze neushoornvogel schreeuwt alles uit zijn buurt vandaan. Het is nog fris maar de jongens uit de stad zijn zich al uitgebreid aan het baden in het meer. Helemaal ingezeept om daarna een duik in het frisse meer te maken, van enige gène is geen sprake. Ook de de kleren worden meegenomen, wat geen overbodige luxe is in deze stof, je start de dag fris maar na een paar minuten is alles al vies.
We doen het eerste eiland aan, met het klooster Beta Maryam. Na een behoorlijke klim komen wij bij het 15e. eeuwse houten klooster, een monnik heeft een ruimte in het poortgebouwtje. Hij kan zich nauwelijks roeren, maar dat hoeft ook niet bij het bidden. De ronde kerk is van binnen prachtig, ook nu weer talloze beschilderingen op katoen. De onderste lagen zijn vervangen, de vele handen hebben de schilderingen aangepast maar ook een overstroming had grote gevolgen. Maar hogerop zijn ze nog in tact. De prachtige kleuren zijn helder, de grondstoffen zijn bloemen en kruiden uit de omgeving.
Bij het klooster hoort een "museum", het gebouw stort bijna in elkaar maar herbergt prachtige schatten waaronder perkamenten boeken uit de 14e eeuw. Terwijl we uitgebreid alles bewonderen valt het licht uit en aangezien er nooit ergens ramen in zitten is het pikdonker. De priester -de vader van onze gids- probeert de boel aan de gang te krijgen. Soms flitst het licht een paar tellen aan, maar dan wordt de strijd opgegeven. Met de zaklamp zien we waarom, er is meer plakband dan draad, Lombok is er niets bij!!! Een nieuw project misschien?
We varen verder het meer op om een ander klooster te bezoeken, Ura Kedane Meret. En ook hier kijken we onze ogen uit. Vervolgens nog een koffieceremonie tot besluit en de dag kan niet meer stuk. We besluiten het volgende klooster niet te doen omdat daar alleen de mannen naar binnen mogen (die zijn in deze groep toch in de minderheid). We varen daarna naar de uitmonding van de Blauwe Nijl en genieten van onze picknick en alle vogels.
Dan moeten we terug naar het hotel om onze spullen te pakken. Als we klaar zijn krijgen we te horen dat de vlucht ruim 1,5 uur vertraging heeft, dus hebben we ineens alle tijd van de wereld en genieten heerlijk op het terras van de zon in deze lommerrijke omgeving.
Het vliegveld blijkt een belevenis op zich. Het wordt nog gebouwd en een ruw betonnen ruimte is ingericht als vertrekhal. Met moeite komen door de eerste poortjes om in te checken. Alles moet uit en af, maar water mag wel mee. 10 meter verder is de volgende controle. We hebben net alles weer aan en daar gaan we weer. Ik moet zelfs de bril afzetten, zoveel piept er en zelfs dan is het niet goed. Bij het fouilleren blijkt de beugel-BH de boosdoener ;-)! JP en Henk worden eruit gehaald. De rugzakken en andere losse spullen worden er uitgehaald. Henk moet zijn Duct-tape in leveren, gelukkig zien ze de tie-wraps over het hoofd! JP blijkt geen tijd meer gehad te hebben om te picknick messen om te pakken. We worden aangezien voor een stel terroristen. Maar de gastvrije Ethiopiërs laten vlak voor vertrek JP het ruim in kruipen om onze messen alsnog in de koffers te stoppen en Henk krijgt zijn tape terug bij de deur. Gelukkig want er moet vaak wat gerepareerd worden onderweg. Ja, raadsels blijven komen en gaan!
Na een voorspoedige vlucht komen we laat aan in Addis, het is er aardig fris. We eten snel wat want morgen begint onze tocht naar het zuiden. We moeten ruim 500 km overbruggen, we vertrekken dus 7.00 uur in de ochtend!

Dag 11, 23 januari
Er staan ons twee glanzende four-wheel's te wachten als we buiten komen in de frisse ochtend. Omdat we gisteren zo laat zijn aangekomen gaan we eerst nog het een en ander inslaan voor de picknick onderweg, maar dan gaat de tocht beginnen.
Het duurt lang voor we Addis uit zijn, maar als we de stad achter ons laten kunnen we weer genieten van de prachtige omgeving. We zijn allemaal verrast dat Ethiopië zo mooi is. Hoge bergen, glooiend landschap, veel soorten bloemen en planten, de meesten onbekend voor ons.
Langs de weg passeren we leuke dorpjes, de hutjes zijn hier vaak prachtig beschilderd. Ook nu weer nauwelijks verkeer maar voor de talloze koeien, schapen en geiten moet onze chauffeur vaak op de rem. Het is een vruchtbare slenk, bij de hutjes staat veel enset (valse banaan). Er is zoveel te zien dat het jammer is dat we door de cadans in de auto zware ogen krijgen. Bij de stops wisselen we steeds, achterin kunnen de raampjes niet open en uiteraard zie je voorin nog meer.
Het is een lange tocht naar Arba Minch. We picknicken op een groot stoffig veld in de schaduw van de eucalypsis bomen, voor ons pikken talloze ibissen in het stof. Het is vredig, heerlijk zo'n rust. Maar niet voor lang, uit alle hoeken en gaten stromen de kinderen toe en staren naar al die faranchi. Een klein manneke met een stok met een wieltje eraan vindt het maar eng. Vanachter een boom kijkt het nieuwsgierig toe. Als ik hem op de foto wil zetten vlucht hij weg. De meisjes zijn minder schuw, ze plukken aan de armen en voelen hoe vreemd die blanken aanvoelen. Langs de weg zie je veel vrouwen en kinderen met grote gele containers lopen, dan weet je dat er een waterput in de buurt is. Kilometers moeten zo sjouwen langs de hete weg om water te halen. Maar hier zijn tenminste putten. Op sommige stukken wordt het laatste groezelige water uit de bijna droogstaande rivieren gehaald. Het is al donker als we in Arba Minch aankomen. Lekker eten, even borrelen en dan nog even een douche. Helaas, weinig water. het wordt dus weer dansen onder de druppels, je raakt eraan gewend.

Dag 12, 24 januari
Vroeg in de ochtend komt een lokale gids ons ophalen en gaan we met het naar zijn dorp. Het ligt op 2600 m. in de heuvels en we hebben een prachtig uitzicht over de valleien. Zijn stam zijn de Dorzen, vroeger heel krijgslustig maar nu leven ze van de landbouw en de mannen weven. Als we het dorp binnenkomen wordt net een van de laatste veldjes tarwe geoogst, we krijgen een warm welkom. Spontaan beginnen ze te dansen en zingen, een prachtig gezicht in de vroege ochtendzon. Oud en jong doet mee, een vrouw vouwt haar omslagdoek tot een prop en gebruikt die als drum tussen haar benen.
De Dorzen hebben prachtige huizen, het zijn 12 meter hoge uit bamboe opgetrokken hutten en helemaal bedekt met het blad van de bamboe. Ze hebben de vorm van een olifant, het slurfgedeelte is de ingang. Ze zijn zo hoog omdat de termieten ze van onder af geleidelijk aan wegvreten, dus na jaren zakt de hut, bij de ouderen hutten kun je nog net kruipend naar binnen. We worden binnengevraagd in een van de grotere hutten. Tot onze verbazing is de hut best groot. Als de ogen aan het donker gewend zijn zien we een kleine zitkamer bij de deur want daar is het licht, dan kom je in de keuken. In een gat in de grond brandt altijd het vuur. Al snel prikken de ogen van de rook, maar dat is goed tegen insecten. Er zijn twee bedsteden voor de ouders en de kinderen en aan de andere kant staan 2 kalveren. Die houden de hut warm in de koele nachten.
Op het erf is de vrouw dus huizes bezig om de stengels van de valse banaan te schrapen. Er is geen banaan aan de boom te bekennen, het gaat om de stengels. Het schraapsel gaat in de grond en na 3 maanden wordt het gefermenteerde goedje uit de grond gehaald om koeken van de bakken. Ze opent een kuil en haaltje het niet smakelijk ogen prutje eruit, maakt het fijn met water en bakt het tussen twee bananenbladeren op een vuurtje. Het ziet eruit als injera maar smaakt beter. We krijgen het geserveerd met een sausje, zo heet dat de tranen over de wangen lopen. Ik sta compleet in brand. Het aangeboden eigen gebrouwen bier sla ik beleefd af, want dat ziet er niet uit.
We wandelen door het dorp, bezoeken de school waar de kinderen uitgebreid voor ons zingen. Ze leren zowel Ethiopisch als Engels en dus ook twee alfabetten. Er zijn scholen maar er worden maar weinig kinderen naar school gestuurd, de meesten helpen op het land, bij het water halen maar vooral het hoeden van de talloze kuddes. Het zal nog lang duren voor de armoe hier verdwijnt.
We hebben een heerlijke lunch op dit idyllische plekje en gaan weer naar beneden. Aan het eind van de middag gaan we met een Chamomeer op. Arba Minch ligt aan twee grote meren het Abayameer en het Chamomeer, gescheiden door een natuurlijk bergketen die de brug van God genoemd wordt.
Het is rustig op het meer, ik zie alleen kleine bootjes. Het mag de naam van boot niet hebben, het is niet veel meer dan een plank. Het zijn lokale vissers die met gevaar voor eigen leven daar vissen. Er zitten namelijk giga krokodillen in dit meer en aardig wat nijlpaarden. De bootsman vertelt ook dat er heel wat vissers al zijn omgekomen. We komen op een plek aan het meer dat crocodile-market wordt genoemd. De krokodillen liggen bijna opgestapeld, sommigen zijn zeker 5 meter lang. Ze zien er angstaanjagend uit, om ons heen komen overal de ogen boven het water uit, het krioelt van die knapen. Aan de overkant varen we door een rietveld. Overal om ons heen zitten nijlpaarden. Een hele familie met jonkies erbij. Als we iets te lang -naar de zin van de heer des huizes- rondhangen, doet hij een uitval naar de boot. We maken dat we wegkomen.
En alweer is het donker als we terugkomen in Arba. We eten in een lokaal visrestaurant waar enorme tilapia's staande met een peper in de bek worden opgediend. We laten het ons heerlijk smaken en gaan moe en voldaan terug naar onze bungalowtjes We boffen, er is water en elektriciteit. Het kan niet meer stuk!

Dag 13, 25 januari
En opnieuw staan we vroeg op voor ons vertrek naar Jinka. Onderweg stoppen we in Konso grondgebied van een bijzondere etnische groep. Ze bestaan uit 9 clans (circa 30.000 mensen) die verspreid in de heuvels gevestigd zijn. Getrouwd wordt alleen met meisjes en jongens uit een andere clan. Het dorp is ommuurd en het ziet er bijzonder uit. Jammer dat veel toeristen ons voorgegaan zijn want wil je foto's van mensen nemen dan moet er wel betaald worden. Het worden dit keer dus dorpsfoto's. We lopen door de steegjes, het ziet er bijzonder uit. Soms herken je ook wat van Mali, zo hebben zij ook een dorpshuis waar in de ochtend de oudere mannen bijeenkomen om eventuele ruzies te beslechten, zoals onder de togona's van Mali.
Daarna gaan we hoger de bergen in voor een wel heel bijzonder bezoek. We bezoeken de koning (chief) van de stam. Na allerlei rituelen en een kennismakingsgesprek met JP komt de koning bij ons zitten. Hij laat ons foto's zien, tot onze verbazing is ook prins Albert van Monaco er geweest. Er zitten ook foto's van de mummificering van zijn vader bij. De dode koning wordt gemummificeerd en 9 jaar, 9 maanden, 9 weken en 9 dagen (symbool voor de 9 clans) wordt hij begraven op de koninklijke begraafplaats buiten het dorp. De jonge man was civiel engineer in Addis toen zijn vader stierf en al jaren van huis. Toch is hij teruggegaan om zijn plicht te vervullen. Hij gaf toe dat het heel moeilijk voor hem was, niet alleen de problemen die hij op moest lossen maar ook het primitieve leven in zijn dorp. Gelukkig had een mini zonnepaneeltje voor zijn gsm en de dorpelingen gingen om de beurt naar beneden -naar de stad- om de accu van zijn laptop opladen. Internet was voor hem toegankelijk via 'n dongel, zelfs in de middeleeuwen word je achterhaald door mobiele communicatie!
Na de gastvrije ontvangst gaan we picknicken op zijn terrein, dit keer zonder bekijks, heerlijk rustig dus. Dan gaan we met een jongen uit het dorp naar de begraafplaats in het bos. Onder een afdakje staat een naakt houten beeld met een fallus op zijn voorhoofd en schild en speer in de hand. Daarnaast een paal met het aantal koningen dat hem is voorgegaan en het aantal stammen dat door hem werd geleid. Het graf van grootvader was ook nog goed in tact. De man is maar liefst 100 geworden. Van diens voorgangers zien we alleen de resten her en der tussen de bomen. Heel, heel bijzonder.
Nog nagenietend dalen we weer af naar de grote weg. Zonder 4-wheels waren dit soort uitstapjes echt niet te doen.
Het wordt loeiheet op weg naar Jinka. Onderweg is weer veel te zien. In de buurt van Jinka komen we de eerste kuddes met de Banna herders tegen. Prachtige mannen met veel sieraden en altijd een neksteuntje bij zich. De mooi gebouwde, trotse en sterke mannen zijn helemaal ingewreven met boter en glanzen in de felle zon. We stoppen een paar keer voor mooie foto's en uiteraard ook nog voor de vele jongens die op hun stelten langs de weg de toeristen proberen te paaien.
Nog in het licht komen we in Jinka aan bij ons hotel. Een mooi nieuw hotel, maar helaas voor ons geen plaats in de herberg (om maar in stijl te blijven). Er is een sportevenement georganiseerd door de overheid en er zijn veel hotelkamers geclaimd, geboekt of niet geboekt. Die van ons zijn dus weg. Er wordt veel gebeld en uiteindelijk krijgen we plek op een camping buiten het dorp. De Ethiopische reisagent biedt een diner aan en laat gloednieuwe matrassen, lakens enz. aanrukken en als we terugkomen zijn de tentjes al ingericht. Dankzij de hoofdlampjes kunnen we ons redden in het pikkedonker. Ik waag me aan een koude douche in het hokje van golfplaat met de lemen vloer en ben als herboren. Nog een biertje en dan naar bed. We slapen uiteindelijk heerlijk.

Dag 14, 26 januari
We hoeven niet ze vroeg op maar er is vroeg in de ochtend al veel leven in alle tenten. iedereen is helemaal uitgerust en hebben allemaal heerlijk geslapen. Er is een kok en die heeft een heerlijk ontbijt met pannenkoekjes gemaakt. We laten de lekkere koffie en het fruit ons goed smaken. De bagage wordt naar het hotel gebracht waar nu weer kamers vrij zijn, we zouden daar drie nachten blijven, dat wordt nu dus twee. Dan vertrekken we naar Key Afar waar op woensdag de lokale markt wordt gehouden. Honderden Bana verkopen daar hun geiten en koeien. De mannen zijn prachtig versierd en we kijken onze ogen uit. Ik word op de horens van een stier genomen en stuiter tussen de kalveren, nooit geweten dat die beesten zo'n harde koppen hebben, maar ja dat hoort erbij. Dan gaan we naar het andere deel van de markt waar alle gebruiksvoorwerpen worden verkocht en de tabak waar ze snuif van maken. Hier zijn veel vrouwen. Je kunt bij hen oude blikken vol boter kopen, die wordt gebruikt om zichzelf in te smeren maar ook om hun haar in prachtige vlechtjes te draaien. De vrouwen zijn ook mooi, ze dragen geitevellen met veel versieringen. Tegen de hitte dragen ze vaak een halve kalebas op hun hoofd. Kortom we komen weer ogen te kort. Ik koop van een herder zijn neksteuntje. Iedereen draagt daar mee rond, ze zitten erop en slapen erop zodat hun haar met sieraden niet in de war raakt. In een hoek van de markt worden mandjes met tabak verkocht. De tabak wordt stukgeslagen en gebruikt als ouderwetse snuif. Als we alles gezien hebben gaan we terug naar de auto's. Omdat we nog even op een paar reisgenoten moeten wachten, kijk ik even de resultaten van het fotograferen na. Kinderen drommen om me heen om mee te kijken en in gebroken Engels krijg ik te horen welke stammen het zijn. Je hoort ze bijna denken, waarom doen die toeristen dat.
We hebben even een paar uurtjes rust en ik werk het verslag bij in de schaduw van de grote mangobomen bij het hotel. Om 16.00 uur vertrekken we weer om nu een dorpje in de bergen te bezoeken waar de Bari wonen. Een jongen uit het dorp leidt ons door het dorpje. Het is bijna uitgestorven want alle mannen en vrouwen werken op het land tot de zon ondergaat. Tussen de middag komen ze even naar huis om te eten en in de ergste hitte te rusten. Bij een nieuw hutje zit een vrouw met haar dochter potten te bakken. De moeder maakt grote schalen waarop de injera wordt gebakken en de dochter maakt zo'n prachtige Ethiopische koffiepot. Er staat al wat klaar om mee naar de markt te gaan. Het is een vruchtbaar gebied, overal groeien de mango's, ananas, avocado en papaja’s. Ook mais en sorgum staat overal tussen de bomen. Een hoogzwangere vrouw is drank aan het distilleren. Gelukkig is het alcoholpercentage zo hoog dat alle bacteriën wel verdwenen zijn, het zal zeker niet voldoen aan de eisen van de keuringsdienst van waren! We bezoeken ook de timmerman die van prachtig hard hout bedden en kisten maakt. Onze gids vertelt dat hij heel rijk is. Hij verdient aardig wat met timmeren maar heeft ook veel koeien, daarom heeft hij ook drie vrouwen, die in de buurt van zijn grote huis wonen. Hij heeft ook een enorme speer gemaakt en onze gids vertelt dat de herders die bij zich dragen omdat de Mursi altijd proberen het vee te stelen. Echt dol is hij niet op de Mursi, een stam die in en net buiten het National Park Mago woont. Wij gaan daar morgen heen en we hebben al veel bizarre verhalen over hen gehoord. We kijken nog wat rond en vertrekken terug naar Jinka. Nog even lekker eten en dan terug naar het hotel. De generator staat nog aan en er is (koud) water, onze dag kan dus niet meer stuk.

Dag 15, 27 januari
Opnieuw vertrekken we vroeg vandaag, na eerst heerlijk ontbeten te hebben in een gezellig restaurantje in de stad, alhoewel stad een groot woord is voor dit dorp in de zandvlakte.
Via het Mago National Park gaan we vandaag de bergen in op zoek naar de Mursi. Er zit veel wild in het park en onderweg zien we heel wat dik-dik's rondspringen. Er zijn er zelfs een paar aangereden net als een enorme slang.
De Mursi is een nomadenstam, die niet bekend staat om hun vriendelijkheid. De mannen houden vee en roven vee van andere etnische groepen in de buurt. De vrouwen hebben enorme kleischotels in hun onderlip. Op hun 16e. wordt er een gaatje in gemaakt en dan wordt er een stokje in gestoken. Daarna steeds grotere kleitabletten, totdat ze enorm zijn. Als ze de schotels niet in hebben hangt er een vreemde lel aan hun mond. Ze dragen de schotels tot hun menopauze, dan hoeft het niet meer. Mogelijk zijn ze ermee begonnen om te voorkomen dat de meisjes van de stam als slaven weggevoerd zouden worden.
Onderweg komen we al verschillende kuddes met Mursi tegen. Tegen betaling van een paar birr mogen we ze fotograferen. Veel jongens en mannen zijn op de traditionele manier beschilderd en zien er bijna dreigend uit. Er verschijnen ook wat vrouwen met hun schotellippen. We maken een paar foto's en vertrekken op zoek naar een dorp. We hebben een Mursi gids, die in Jinka woont en ons veilig naar een rustig dorp zal begeleiden. Ook gaat een scout van het park mee met een geweer. Er kan ons niets meer gebeuren.
Het eerste dorp slaan we over, daar staan al wat 4-wheels geparkeerd. Bij het volgende dorp stappen we uit. De camera's laten we eerst in de auto's om wat kennis te maken en niet als idioten foto's te gaan maken. De Mursi wonen in kleine hutjes van stro. Als nomadenstam nemen ze niet de moeite om huizen te bouwen, het ziet er troosteloos uit in de enorme hitte. Er zijn een paar vuurplaatsen en her en der liggen potten verspreid. Het is er heet en gortdroog. Het water moeten ze uit een bron halen, vele kilometers verder op.
We worden belaagd door de vrouwen en kinderen om op de foto te mogen, het is naast het vee de enige bron van inkomsten. Ik bekijk verbijsterd de drukte en de vreemd uitgedoste vrouwen. Je blijft maar foto's maken, alhoewel dat zonder Birr niet gaat lukken. Van een van de vrouwen koop ik nog een lipschotel. Ik word aan alle kanten geknepen en bevoeld, zelfs de borsten zijn niet veilig voor de vrouwen. Zelf broodmager, hebben wij wat meer hout voor de deur zal ik maar zeggen.
Als mijn groene T-shirt helemaal zwart is van al die handen, houd ik het voor gezien en zoek de auto op. Na een prachtige rit door de bergen in het park is het tijd om wat te gaan eten en we besluiten niet meer naar het Etnologisch museum te gaan maar een paar uur te luieren. Henk wil een aantal verslagen en foto's op het internet zitten, er zit hier een café en bij een restaurant gaat het ook. Onverricht ter zake komt hij terug, geen verbinding in het internetcafé. De eigenaar heeft waarschijnlijk de rekening niet betaald. Ook in het restaurant lukt het niet met de aangeboden dongel. Jammer moet dus nog maar weer even wachten.
Morgen vertrekken we weer, nu verder naar het zuiden naar Turmi. Er zijn daar geen hotels en we gaan dus een paar nachten kamperen. Koud zullen we het in ieder geval niet hebben.

Dag 16, 28 januari
Het begint alweer licht te worden als we opstaan, gelukkig want er is geen elektriciteit, ook geen water. Ik maak de bewaker wakker die voor de deur diep in slaap ligt en hij zet de kraan weer open. Er is heel weinig water in deze omgeving, iedereen gaat er spaarzaam mee om. De tassen gaan in de 4-wheels en een flinke voorraad water en we gaan weer op pad. We stoppen in Dimeka, waar een weekmarkt is. Het is zoals altijd weer een kleurrijk geheel, alhoewel kleur? Het ziet zwart van de mensen, de mensen hier zijn prachtig ebbenhout zwart. Dit keer veel Banna en Hamer. Ze lijken wel wat op elkaar, de vrouwen dragen hun haar in een soort pijpenkrulletjes, gedraaid met boter en oker. Als ze beginnen te zweten loopt de okerkleurige boter over hun gezicht en in de nek. Ze dragen allemaal geitevellen, prachtig afgewerkt met kraaltjes en soms ijzertjes, een kalebas voor hun boodschappengeld en een rugzak van geitevel voor de enorme pakken sorgum, mais of andere aankopen. De mannen zien er stoer uit met hun korte rokjes en veel sieraden. We zijn op zoek naar de lokale honing (voor Martien) maar als we die gevonden hebben besluiten we dat toch maar niet te doen. De kalebas gevuld met een honingprutje en raad ziet eruit of het door het zand is gerold is, allesbehalve smakelijk dus. We kopen nog een halve kalebas versierd met kaurischepjes, die als hoofddeksel wordt gebruikt voor de verjaardag van JP. Hij is de laatste dag van de vakantie jarig omdat hij constant zijn hoofd stoot komt de helm vast goed van pas. Dan gaan we terug naar het "restaurant" want het is inmiddels behoorlijk heet. JP heeft op het terrein een heerlijke picknick georganiseerd en terwijl we van een broodje tonijn genieten hebben we prachtig uitzicht op allerlei mensen die ook langs komen. Een vrouwtje haalt haar Birr's uit haar kalebas, gooit haar restje water erin en laat haar smerige container vol tej (honingwijn) lopen. Aan de overkant zit een Hamerherder. Op zijn hoofd heeft hij een soort kleipetje. Dat petje wordt gemaakt als je dapper bent, een wild beest of vijand gedood hebt. De Hamer en Banna hebben een bizar feest, jumping over the bull. We hebben geluk, in de buurt van Dimeka gaat dat gebeuren. Alleen blijkt in de buurt, 28 km verder ver de bush in en dat is dus een enorme afstand met dit soort wegen. Als een jongen van de stam volwassen wordt moet hij 4 keer over een zestal stieren springen en dan wordt hij als volwaardig lid geaccepteerd. Het hele dorp en omgeving viert dan feest. Daaraan voorafgaande zingen en dansen de meisjes met rinkelende bellen om hun benen en maken veel lawaai met hun toeters, af en toe krijgen ze slokjes lokale drank en bier. Ze dansen en zingen tot ze in trance zijn en roepen dan de mannen om afgeranseld te worden. Het dansen duurt de hele middag en de meiden zouden doodop moeten zijn in die hitte. Bij de bron wordt voorzichtig het laatste modderwater opgeschept dat ze om beurten uit een kalebas slurpen. Hetzelfde water wordt ook naar het dorp gebracht om in twee grote olievaten te laten koken en de zelf gestookte drank en het bier aan te lengen. Ongelooflijk. Aan het eind van de middag halen de meisjes overal takken vandaan en gaan uitdagend dansen voor de stoere herders. Bij tijd en wijle nemen die een twijg over en slaan de meisjes. De bloedende striemen verschijnen op hun ruggen en ze gillen om meer. Ze vechten bijna om de twijgjes en om slaag te krijgen, niet te geloven. Op de markt had ik al heel wat ruggen met littekens gezien. het is nu duidelijk waar dat vandaan komt.
Op het grote veld van het dorp horen we ineens gedreun. Alle jongemannen hebben zich verzameld. Ze zingen en maken hoge sprongen op het ritme van het gezang. Ze worden aangemoedigd door 3 meisjes in het midden. Het is indrukwekkend wat we allemaal te zien krijgen.
Het begint al te schemeren als de bull-springer verschijnt, hij moet onder een boom zitten en er volgen vele -voor ons onduidelijke rituelen- er worden geitevellen omgehangen, hij wordt met melk ingesmeerd en overal worden stokjes van de twijgen tussen geduwd. Op de dag van het jumpen mag hij geen injera eten alleen melk en vlees. Dan verschijnt er een dolle stier. Met heel veel moeite krijgen ze die op de plek waar de jongen zat, dan gaat hij er weer vandoor. Hij moest blijkbaar de plek heiligen.
Dan vertrekt de menigte weer toeterend en zingend naar het grote veld. Een enorme kudde koeien en stieren wordt het veld op gestuurd. Ik heb een mooi plekje maar als ik een paar stieren op me af zie komen maak ik dat ik wegkom. Ik zoek een veilig heenkomen achter een soort hek. De koeien en stieren zorgen voor een mist van stof en inmiddels gaat de zon onder. Het is een prachtig gezicht maar niet meer geschikt om foto's te maken. Na verloop van tijd staan er eindelijk zes stieren op een rijtje en moet de jongen aan de bak. In de mist van stof zie ik de naakte jongen op de stieren springen en erover rennen. Hij valt een keer en hij mag het maar een keer overdoen. Spannend dus, maar het lukt hem. We wachten het joelen niet verder af en maken dat we zo snel mogelijk bij de auto's komen want we moeten die hele afstand over de savanne terug in het pikkedonker. We zijn dan ook blij als we bij de "weg" zijn. Onder de indruk van alles wat we meegemaakt hebben zitten we uitgeteld in de auto. Het is al al bijna 21.00 uur als we op de camping aankomen. Onze kok heeft een voortreffelijke maaltijd klaargemaakt en met de zaklampjes richten we onze tent in en spoelen het ergste vuil van ons af in de sobere douches. Wat een heerlijkheid. Er staan veel tenten dus er zijn veel geluiden. Het duurt even voor we slapen, maar dan slapen we ook heerlijk. We hebben het programma omgegooid zodat we morgenochtend niet zo vroeg eruit hoeven. We gaan dan weer de bush in om de Karo-stam te bezoeken.

  • 02 Februari 2012 - 21:03

    Gerrie En Kees:

    Goed om weer wat van jullie te horen. Ga er zo dadelijk even goed voor zitten om je hele dagboek door te lezen. De foto's heb ik al bekeken. Ziet er weer erg spannend uit.
    Nog heel veel reisplezier.
    Liefs uit een vreselijk koud Gendt (-10)

  • 02 Februari 2012 - 21:12

    Theo En Monique:

    Weer een spannend verhaal, ma krijgt morgen weer leesvoer!!
    Ze volgt jullie op de voet, kan niet komen of bellen of ze vraagt of er al iets nieuws op het internet staat!!
    Tekst geprint in foutje 12, kost wat papier maar dan het je ook wat! Is bijna een boekwerk maar leest makkelijk zegt ze.


  • 02 Februari 2012 - 23:26

    Ton Van Alphen:

    Lang op de volgende aflevering van jullie reisverslag gewacht, maar eindelijk is het er dan weer! Opnieuw met volle teugen genoten van jullie zeer bijzondere reisindrukken en belevenissen!

  • 03 Februari 2012 - 07:32

    Martien En Rieki:

    Zag dat er weer een reisverslag gekomen is. Gelukkig. Zal het vandaag, als we ingesneeuwd raken, op mijn gemak gaan lezen. Het was/is/wordt ontzettend koud. Goede reis en heel veel groeten.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Ethiopië, Addis Abeba

Ethiopie

Recente Reisverslagen:

05 Februari 2012

Koud he, brrrrrrr

03 Februari 2012

Het slot van een mooie reis

02 Februari 2012

Al ver over de helft

21 Januari 2012

Verjaardag in Bahir Dar....

20 Januari 2012

Op weg naar Timkat
Marian en Henk

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 1192
Totaal aantal bezoekers 104930

Voorgaande reizen:

27 December 2016 - 09 Februari 2017

Australie en Nieuw Zeeland

24 December 2014 - 19 Januari 2015

Zuid Afrika

12 Januari 2012 - 04 Februari 2012

Ethiopie

06 September 2010 - 04 Oktober 2010

China en Tibet

18 December 2009 - 10 Januari 2010

Zuid India

12 December 2008 - 02 Januari 2009

Mali

01 December 2007 - 23 December 2007

Zuid Afrika, Namibie, Botswana en Zambia

10 April 2007 - 10 Mei 2007

Indonesie Lombok

11 Maart 2007 - 11 April 2007

Indonesie (Sumatra Java Bali)

Landen bezocht: