Het slot van een mooie reis
Door: Marian
Blijf op de hoogte en volg Marian en Henk
03 Februari 2012 | Ethiopië, Addis Abeba
Het slot van een mooie reis.
We worden vroeg wakker van de geluiden op de camping, het kwetteren van de vele vogels maar ook alle gasten. Als we de tent uitkomen staat er alweer een heerlijk ontbijt klaar, verse pannenkoekjes! We laten het ons smaken en met een grote hoeveelheid water gaan we op pad. Het wordt al snel heel warm. Over de zinderende savanne heb je prachtig uitzicht en in de verte grazen enorme kuddes koeien. Na een lange en vooral stoffige rit over de vlakte stoppen we bij een Karo-dorp. Qua woon- en leefstijl verschillen zij van de anderen. Er zijn er nog slechts 1600, verdeeld over drie grote dorpen. Een jongen uit het dorp leidt ons rond en vertelt ons over de achtergronden. Ook hier weer rieten hutjes in een stoffig platgelopen dorp. De mensen worden op de dag de ze gestorven zijn begraven bij zonsondergang. De mannen rechts van de deuropening en de vrouwen links, in een zittende houding. Hij vertelde ook dat het een mirakel was dat hij nog leefde. Bij deze stam is het tot de dag van vandaag gebruikelijk dat een jongen, zodra hij de eerste tanden krijgt goed gecontroleerd wordt. De onderste tanden komen normaal eerst. Maar het komt voor dat er eerst hoek- of snijtanden in de bovenkant komen. Dat brengt ongeluk en de jongen wordt dan onmiddellijk gedood en in de rivier gegooid. Ook hij had de pech dat bij hem gebeurde en hij werd "minchi" genoemd. Een reisleider hoorde dat hij die avond vermoord zou worden en heeft hem in doeken gewikkeld meegenomen en hem opgevoed. Toen de man een paar maanden geleden stierf is hij teruggegaan naar zijn dorp om zijn familie te zoeken. Zijn moeder en vader leefden niet meer, hij had nog een zus en is opnieuw opgenomen in de gemeenschap. Wat een verhaal, dat dit soort dingen nog bestaan. Ik ben elke dag hier verbijsterd wat we allemaal te zien en horen krijgen.
De mannen mogen zoveel vrouwen hebben als zich kunnen veroorloven, ofwel 120 geiten en een Kalasjnikov. Dat is een kwestie van kiezen door de man, de vrouw heeft niets te vertellen: het moet gewoon. Elke vrouw krijgt een nieuwe hut op het erf. Ook hier kennen zij het jumpen, alleen gaat het hier 1 x in de twee jaar en dan met alle jongens die het mogen en kunnen betalen. Onze gids moest nog jumpen, maar had het geld nog niet bij elkaar. Kortom ook nu weer veel indrukken en absoluut geweldige dingen om te zien.
Het dorp ligt prachtig, aan een enorme rivier de Omo, dit keer met veel water. De rivier komt uit een groot meer in Kenia dat hier zo'n 50 km vandaan ligt. Zuid Soedan ligt op slechts 30 km. In de droge tijd ontstaan veel onlusten en worden oorlogen gevoerd om het water. Hele dorpen worden afgeslacht. Veel mannen zijn dan ook bewapend, bizar om te zien, veel willen zo zelfs op de foto.
Als we alle indrukken verwerkt hebben zoeken we de auto op, het is inmiddels bloedheet. Zwetend gaan we op pad, de auto voor ons veroorzaakt zulke stofwolken dat we geen hand voor de ogen zien.
Op de camping heeft de kok alweer een geweldige lunch gemaakt. Wat eten betreft boffen we dus enorm want de injera's waren bij ons allemaal niet echt populair.
We hebben wat tijd om te luieren en gaan met een paar reisgenoten later op de middag de buurt verkennen met een jongen uit het dorp. De camping ligt aan een brede rivier, maar die staat helemaal droog. We wandelen dus door de enorme zandbedding. Op enkele plaatsen hebben herders gaten gegraven om wat grondwater omhoog te laten wellen. Het vee kan hier drinken. Maar ook vrouwen doen hetzelfde en met veel moeite vullen ze de enorme containers met het modderwater om dan weer naar huis te gaan. Vermoedelijk moeten ze voor pompwater betalen want anders zou je al die moeite voor een beetje modderwater niet doen. Een hoogzwangere vrouw is daar ook bezig, als ik aan de gids vrouw hoe lang zij zwanger is zegt hij: dat weet ze niet, hier wordt niet geteld, als het kind komt, dan komt het.
Weer verderop is een herder bezig een prutje te maken bij het poeltje dat hij gemaakt heeft. Hij is bezig de rituele schilderingen aan te brengen met kalk uit de rotsachtige oever voor het dansen van vanavond. Het is feest voor de Hamer, nu eens zonder toeristen. De Hamerdans is dat springen zoals we dat ook bij het jumpen gezien hebben, het lijkt een beetje op de manier van de Masai. We hebben de beschilderde mannen al veel gezien en dachten dat dat voor de toeristen was, maar het is dus traditioneel.
De jongen vertelt dat ook hier het bulljumpen gebeurt en ook het slaan van de meisjes. Hoogtijdagen zijn dat, ik ben stiekem blij dat ze dat bij ons niet hebben. Hij vertelt ook dat hier de ouders de eerste vrouw voor hun zoon uitzoeken en ervoor betalen moeten, de tweede vrouw enz. mag hij zelf kiezen en betalen. De eerste vrouw draagt een speciale halsketting met een enorme pin eraan. Ze is duidelijk de baas op het erf zoals we hebben kunnen zien. We zien langs de rivierbedding bavianen en opnieuw kolobes-apen en franje-apen. Op een enorm nest zit een gier-echtpaar met twee jongen. Er is veel te zien en de omgeving is onwerkelijk mooi.
Terug op de camping nemen we snel een koele douche voor het donker wordt. Alweer heeft de kok een heerlijke maaltijd klaar. Het begint een beetje af te koelen. De meesten zoeken hun bed al op en ik maak snel dit verslag. Er gebeurt zoveel dat je alles zo snel dreigt te vergeten. Er zijn hier in de wijde omgeving geen internetverbindingen en ook de mobiele telefoons hebben geen ontvangt. Dat moet dus even wachten.
Morgen gaan we om 6.30 weer op pad om de hitte een beetje voor te zijn. Dus ga ik mijn bed ook opzoeken.
Dag 18, 30 januari
De dag begint vroeg, er gaan veel mensen vertrekken dus nog voor de zon op komt is iedereen druk. We doen lekker rustig aan, maar na een vroeg ontbijt gaan we op pad. Het is nog heel vroeg dus komen we veel wild tegen. Tientallen dik-dik's springen voor onze auto's weg, maar ook een bushbock en een kudu. Het is druk op de savannes met prachtige vogels en enorme gieren. Na ruim twee uur rijden naar het zuiden komen wij bij de Omorivier. Het bergketen in de verte is de grens met Kenya. Er is een poging gedaan om een brug te bouwen maar dat is faliekant mislukt, de brug ligt half af in het water. We moeten dus op de ouderwetse manier naar de overkant. De rivier is laag, we glibberen de steile helling naar beneden, van eerste en tweede veerstoep is hier geen sprake. Er liggen grote boomstammen in het water, zo krom als een hoepel en zo smal dat we er nauwelijks in passen. We proppen ons in het wankele bootje en met een stok worden we naar de overkant geduwd. We bezoeken een Dassenach-dorp. Weer een totaal andere stam dan de andere die we al bezocht hebben. Het waait een beetje en de stof vliegt ons om de oren. Een peutertje staat te huilen omdat hij stof in de ogen heeft gekregen. We proberen wat gesprekjes aan te knopen, er zijn veel zwangere vrouwen. Een van onze reisgenoten, Susanne, maakt ze aan het lachen en nu wordt de komende baby Susanne genoemd of het nu een jongen of meisje is. Onze gids vertelt dat er in deze streek veel onrust is. Er is behoorlijk strijd gevoerd met de Kenyanen, er zijn ook veel doden gevallen. De regering heeft nu een overeenkomst gesloten met Kenya en de situatie is veel beter. De onderlinge stammenoorlogen bestaan nog wel, meestal om het vee of water. Recent zijn daar nog een paar doden gevallen. Al hoewel het dorp een aardig stuk van de rivier ligt moeten zij toch verkassen in de regentijd. Soms is de situatie nijpend, vorig jaar is er zelfs cholera uitgebroken, maar de regering heeft tijdig ingegrepen om erger te voorkomen. Ik hoor wel vaak lovende berichten over de regering, zij springen blijkbaar op het juiste moment in. De gidsen geven ook aan de de corruptie hier ook mee valt, dat schijnt in Kenya wel anders te gaan. Onze ervaringen met de Ethiopiërs zijn geweldig, zelden zo'n vriendelijke en behulpzame mensen meegemaakt. Geleidelijk aan vertrekken we richting rivier. Aan de overkant drinken we nog wat. Ik neem een kijkje in de keuken, blij dat ik hier niet hoef te eten. Wij worden heerlijk verwend door onze eigen kok.
We hebben voor de middag niets gepland, heerlijk wat luieren en een potje kaarten. Henk gaat met een paar anderen toch nog even naar de markt van Turmi. Hij heeft gezien hoe bij een Hamer-jongen gezien de lokale kapper het kunstige kleikapje op zijn hoofd maakte. Tja, je kunt je hier niet permitteren ook maar iets over te slaan, zoveel is er te zien.
Op dit moment begint het te schemeren en het aggregaat is nog niet aan, dus we kunnen niet veel zien.
Morgen gaan we vertrekken, geleidelijk aan naar het noorden.
Dag 19, 31 januari
Zoals gebruikelijk staan we vroeg op, vooral ook om de hitte wat voor te zijn. We pakken de stoffige spullen in, de tent wordt door de jongens afgebroken. De luchtbedden laten we achter. Bij het opblazen hebben we hulp gehad en die jongen neemt ze blij mee. De gebruiksaanwijzing had ik in een vuilnisbak gegooid, tijdens de wandeling kwamen we een pienter manneke tegen en uit zijn broek stak de bewuste gebruiksaanwijzing. Toen ik hem erop wees zei hij: Is good book! Als dat geen recyclen is dan weet ik het niet. Overigens is er nagenoeg geen vuilnis in Ethiopië. Er wordt weinig tot geen verpakkingsmateriaal gebruikt behalve het natuurlijke zoals de kalebassen, bananenblad enz. Het verschil met Lombok is enorm. De mensen zijn ook zuinig op het land. Er staan veel bomen, eigenlijk wel overal maar er wordt nooit gekapt. Er wordt veel gesprokkeld. Het dode hout ligt in stapels langs de weg, wordt opgehaald en in bosjes verkocht op de markt. Over zuinig met water hoeven we het al helemaal niet te hebben. Ik denk dat een douche het weekgemiddelde van een Ethiopiër is.
Als alles gepakt is gaan we op pad. De uitzichten zijn weer schitterend en we kijken hoog vanuit de bergen op een schitterend zoutmeer. Even later stoppen we bij een Arbore dorp. Weer een totaal andere stam. Pikzwart zijn deze mensen en leven in de gortdroge en verzengend hete Omovallei. De hutjes hebben hier dan ook een soort voorportiek met een grasdak dat ze in de middaguren tegen de ergste hitte beschermt. In de hut heerst een strenge indeling, slechts een stoel en die is voor de heer des huizes. Daartegenover een bankje voor het bezoek. Achter een scherm een kookvuurtje, waarop de vrouw des huizes mag/moet koffie zetten en de heer en zijn bezoek bedienen. Daarna wordt wel van haar verwacht dat ze weer achter het scherm gaat zitten. Na wat rondgelopen te hebben, komen we uit bij een grote groep mannen die voor een hut in het zand zitten. We vallen midden in de onderhandelingen voor een trouwpartij. De afspraken voor de geiten en de koeien zijn net afgerond en er wordt een geitje geslacht. Heel zorgvuldig wordt het buikvlies verwijderd en voorzichtig in repen gesneden. De eerste reep wordt opgedraaid tot een koord en om de hals gedaan van de oudste man van het dorp. Daarna worden de reepjes in twijgjes gedraaid en om de nek van de bruidegom geknoopt. We werpen een blik op de bruid, ze moet de mannen bedienen, ze is een mooi jong meisje en al zwanger. Blijkbaar heeft de man in kwestie ook al een zoontje. Het peutertje heeft een prachtige kop met krullen dat plotseling gewassen wordt met een kalebas vol geitenmelk. Het manneke zet het op een schreeuwen. Daarna pakt een van de mannen een scheermesje in scheert uit de losse hand al zijn krullen af. Hier en daar verschijnen kleine wondjes maar het kind geeft geen krimp. Het is bijzonder om dit soort dingen van dichtbij mee te maken.
Henk vindt bij een boom een oude fiets, dat komt niet vaak voor en maakt tot plezier van iedereen een rondje door het stof.
Maar dan moeten we toch verder. Het wordt heter en heter. De auto's hebben veel te lijden van het stof en de slechte wegen. In onze auto sluiten de deuren inmiddels moeilijk, is een handvat al afgebroken kunnen achterin de raampjes niet open. Als we onderweg zijn valt ineens de knalpijp er onderuit en loopt zachtjes de voorband leeg. Het is onze tweede lekke band, dat valt dus mee. Met een slag wordt de rest van de knalpijp verwijderd en op het dak gebonden. Kan pas gerepareerd worden in Addis. Veel verschil merken we niet als we weer op pad gaan.
Na een lange en vooral stoffige rit komen we extreem vuil en heet aan in Yabello. Zelfs mijn haar heeft een andere kleur gekregen. Na een douche zijn we herboren en gaan heerlijk eten op het terras. Er schijnt internet te zijn, de enige in dit stadje. Maar als na veel aandringen de receptioniste de pc aanzet blijken alle toetsen vast te zitten of plakken en de verbinding is zo traag dat er geen leven in te brengen is. Onze pc mogen we niet gebruiken (eng met al die draadjes)en na vele pogingen geven we de strijd op. Misschien in de volgende stad.
Na uitgebreid borrelen met de reisgenoten zoeken we ons bed op want opnieuw willen we vroeg vertrekken.
Dag 20, 1 februari
Er staat een vroeg ontbijt gepland, alles is gisteravond al besteld. Maar het personeel moet nog wakker gemaakt worden en het duurt even voor de boel op gang komt. Dan blijkt ook de bakker pas om 8.00 uur brood -voor de picknick- te hebben, dus we gaan later dan gepland op pad.
Voor het eerst sinds tijden is er een deel asfaltweg, wat een zaligheid. We gaan op pad naar de zoutkrater van Al Sol waar zwart zout gedolven wordt. Als we daar net zijn hoort JP dat de singing wells, die in de buurt liggen, voor het eerst in gebruik genomen worden. Een dorpsbewoner zal ons wel even de weg wijzen. We volgen de karrensporen en komen bij een stuk savanne uit waar verschillende kuddes grazen. JP slaat aan het onderhandelen over de prijs, want voor de toeristen gaat uiteraard alleen de zon voor niets op.
Als dat achter de rug is volgen we de man. We lopen een breed pad af dat zo'n 25 m. naar beneden loopt. Een ritmisch gezang komt uit de krochten van het diepe gat. Aan het eind van de gang zijn nog twee diepere plateau's uitgehouwen. Met behulp van een boom, waarvan de takken zijn afgezaagd, kun je de diepere delen van de put bereiken. Twee jongens geven op de maat van een lied de emmer door tot de drinkbakken gevuld zijn en dan verschijnt de eerste kudde koeien om te drinken. Het is een prachtig gezicht, daarna komt een kudde geiten. Het krioelt allemaal door elkaar maar de herder weet snel orde aan te brengen. Wat een ervaring! We hebben veel geluk, want weliswaar is de droge tijd al een tijdje aan de gang, er was nog steeds voldoende water. Bovendien moet er toevalig ook een kudde in de buurt zijn. Het komt dus niet veel voor dat je dit kunt zien.
Tussen doe koeien door lopen we de put uit, terug naar de auto's en dus terug naar de krater.
Het loopt tegen de middag en het begint aardig heet te worden. We besluiten eerst de krater af te dalen voor het nog heter wordt. In zo'n drie kwartier zijn we beneden. Verschillende naakte mannen halen een ontstellend smerig pikzwart goedje uit de krater. Na wat behandelingen, ik begreep dat dat alleen in de regentijd kan, krijg je het witte zout. Het zwarte of smerige zout wordt voor het vee gebruikt.
Als we alles bekeken hebben wordt er moed verzameld om aan de klim naar boven te beginnen. Het is erg heet inmiddels en zelfs het zweet verdampt onmiddellijk. Maar uiteraard lukt het om boven te komen want onze picknick wacht.
Vies en bezweet klimmen we daarna in de auto's terug naar Yabello. Als we net op pad zijn zien we een groep Nyala's, een soort impala's. Er zit dus nog aardig wat wild.
Morgen gaan we verder naar het noorden, naar Yirg Alem. Daarna de laatste dag door naar Addis. Het gaat snel, die laatste dagen in dit bijzondere land.
Dag 21, 2 februari
We vertrekken weer vroeg. Het nog kil als we aan het ontbijt zitten, dit in schril contrast tot de rest van de dag. We rijden weer door een wonderlijk mooi landschap.
Elke dag verbaas ik me over de schoonheid van het landschap. Het geeft je het gevoel terug te gaan naar de oertijd. Er is weinig door mensenhanden veranderd, alles is nog zoals het altijd al is geweest. Er zijn weinig wegen, de vele paadjes zijn smal en worden door het vee gemaakt. De dorpjes van rieten huizen gaan op in het landschap, er zijn akkertjes maar die hebben willekeurige vormen, alleen daar waar de grond geschikt is en voor zoveel er nodig is. Er is weinig tot geen vervuiling omdat er simpel weg niets is, alles wordt uit de natuur gebruikt zoals dat al eeuwen lang het gebruik is. Er is nauwelijks vervoer en de verschillende etnische groepen leven heel geïsoleerd en hebben hun cultuur en gewoonten goed bewaard, het leven is heel traditioneel en oorspronkelijk. Een groot deel van de bevolking hier is nog animistisch. Voor ons dus geweldig. Uiteraard zit daar ook een minpunt aan. Iedereen wil de stammen bezoeken en vooral fotograferen, het is een aardige bron van inkomsten geworden. Sommige dorpen doen er al wat aan door een soort vergoeding te vragen als je dorp bezoekt. Dat is prima, iedereen kan dan gewoon aan het werk in het dorp en op het land. In deze streek een absolute noodzaak.
Als we de wijde vlakten verlaten komen we door zeer welvarende streken, in de kleine dorpen langs de weg groeien de meest exotische groenten en fruit. Het ziet er prachtig uit. Geleidelijk aan komen we in de streek van de koffiebonen. De koffie brengt tegenwoordig voor de boeren aardig wat op en dat zie je.
Even na de middag komen we in Yirg Alem aan. Het resort is een klein paradijs midden tussen de koffievelden en wat dorpjes. Het is de streek van de Sidama stammen. Zij bouwen leuke huisjes, tukuls, in het laagland van gras maar in het hoogland van bamboe. We slapen ook in zo'n tukul. De eigenares is half Italiaans half Ethiopisch en haar man half Grieks. De combinatie zorgt ervoor dat alles perfect in orde is en dat je er verrukkelijk kunt eten.
We gaan een wandeling maken over het terrein en worden begeleid door een jongen uit het dorp. Het is er sereen rustig, de kinderen lopen met ons mee en we worden binnengevraagd in een van de hutten. Ook nu weer het vee aan de zijkant van de hut om de mensen tijdens de koude nachten warm te houden. Onze gids kent iedereen en moet ook met iedereen een praatje maken. Hij komt een oude man tegen die een vreemd bouwwerk van plastic op zijn hoofd heeft gemaakt. Hij heeft geen hoed meer, als een van de reisgenoten haar hoed geeft komen alle wensen voor een lang leven (dat je maar grijs haar mag krijgen zoals ik) en de zorgen van God uit zijn mond rollen. Geweldig hoe dat hier gaat.
We lopen door de plantages van de koffiebonen, de valse banaan en we zien weer veel apen. Er zijn ook holen van de hyena's.
Als we terugkomen op het resort wacht ons weer een koffieceremonie. Je moet er even de tijd voor uittrekken (ruim een uur) maar dan heb je ook wat. Het is hier een paradijs voor Monique. Terwijl we op de koffie wachten, strooit een van de tuinmannen wat brood op de helling, meer dan 20 gieren komen erop af. We zitten met de neus op die lelijke beesten. Als er dan ook nog een emmer keukenafval wordt uitgegooid komen ook drie hyena’s erop af. Zo dicht bij hebben we ze nog nooit gezien. Wat een afgrijselijke beesten.
We genieten van een overheerlijke maaltijd en nemen alvast afscheid van JP. Na een de gezellig avond gaan we terug naar onze tukul waar het uitstekend toeven is. Morgen weer vroeg op, want we moeten beginnen aan het laatste deel van de tocht naar Addis. Jammer, ik had hier graag nog een extra dag gebleven.
Dag 22, 3 februari
We hebben heerlijk geslapen, de nacht was fris. We worden wakker door het geschreeuw van de apen en allerlei andere geluiden. Na een lekker ontbijtje gaan we weer fris en fruitig op pad. Het is nog steeds prachtig groen om ons heen. Na verloop van tijd komen we in het rif gedeelte van Ethiopië. De enorme vlakte is de graanschuur van Ethiopië en omdat alles al geoogst is, ligt er een grote geel/grijze vlakte voor ons. Hier en daar wordt nog gedorst en de grote hopen stro voor de beesten liggen naast de hutten.
In de vroege ochtend bezoeken we een vismarkt. Er wordt voornamelijk tilapia gevangen. Deze lokale lekkernij wordt rauw gegeten, daar wagen we ons maar niet aan. In de lokale "restaurantjes" worden de gefrituurde tilapia's voor dag en dauw al gegeten. Rondom ons heen stappen de foeilijke maraboes rond. Ze krijgen alle visresten toegeworpen. Ze worden als nuttig gezien want ze ruimen alles op. De meeste rommel gebruiken ze voor hun nesten. Op het meer zwemmen pelikanen en hamerkopvogels. We stoppen voor de lunch bij een natuurpark aan het water, ook daar weer alle vogels die je maar kunt bedenken.
Na de lunch vertrekken we snel, we slaan het Rasta-dorp over- omdat er nog een flink stuk naar Addis afgelegd moet worden. Het wordt drukker en drukker op de weg en later dan we hoopten komen we in Addis aan. We frissen ons snel op en ik schrijf het laatste stukje van mijn reisverslag. Mogelijk gaat het nog op het net.
De foto's zullen we er thuis dan wel op zetten. Jammer dat er zo weinig communicatiemogelijkheden waren, want het is altijd leuk om want te horen van het thuisfront. We hebben inmiddels wel meegekregen dat het erg koud is in Nederland en dat er sneeuw valt. We zullen geconfronteerd worden met 40 á 50 graden verschil, brr.
We gaan over een half uur naar het vliegveld en hopen morgen ochtend rond 8.00 uur in Brussel te landen.
Allen de hartelijke groeten en bedankt voor jullie belangstelling.
Veel groeten uit een bijzonder land, een aanrader voor alle reislustigen onder ons.
Liefs Henk en Marian
-
03 Februari 2012 - 18:13
Geert Everdien:
Welkom in sneeuw met min15.
We zullen Gele gevaar missen.
Goeie reis .groet -
03 Februari 2012 - 18:18
Chris En Irene:
Ik kan alleen maar zeggen PFFFFFFF, weer alles met plezier gelezen. Wel thuis en tot snel. -
04 Februari 2012 - 00:24
Ton Van Alphen:
Na de verslagen van de China-reis gelezen te hebben, dacht ik: "Zoveel ervaringen, zoveel indrukken en belevenissen; dat kan niet overtroffen worden!" Dat denk ik nu weer! Benieuwd waar de volgende reis naar toe gaat! -
04 Februari 2012 - 08:20
Vivian:
Het is zaterdagmorgen en heb bij het ontbijt genoten van jullie laatste reisdagen. Jullie hebben er weer een bijzondere ervaring bij. -
04 Februari 2012 - 08:57
Martien En Rieki:
Welkom thuis!! -
04 Februari 2012 - 14:01
Jenny:
Geweldige reis, voor mij de mooiste/indrug wekkenste van alle reis verhalen van jullie xxxxxxxxx -
04 Februari 2012 - 14:36
Theo En Marion:
Hopenlijk weer veilig thuis, het was mooi om te lezen.
De foto´s waren ook schitterend.
Tot binnenkort. -
04 Februari 2012 - 17:03
Gerrit Schipper:
Was leuk om allemaal te lezen hoor. Geniet nu maar weer van de "beschaving"..
Groetjes, Gerrit -
04 Februari 2012 - 20:48
Tonny En Nico:
Goede ries, welkom thuis en tot spoedig ziens.
Alle goeds -
05 Februari 2012 - 18:24
Dorothé & Alexander:
Wat een prachtig reisverslag. Heel indrukwekkend om te lezen en mee te beleven.
Welkom terug in het koude maar mooi wit Nederland!
Groetjes
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley